zij sproeit betoverende bloemen, in heel haar maagdelijk zijn
duwt een hij zich verkreukeld voort, in kopeloze winkeldagen
zoemt zij zoet tussen alle verleidelijke kleuren van hemels palet
krabt hij stevig aan zijn kloten, wil met een wijf – zijn lul is te stijf
geeft ze een klein gilletje in haar blootje bij natte meisjesdromen
vloekt hij subiet de here zelf ter aarde, tot ie ze gemak weer voelt
zie het leven als een hoop woorden, die alles wel weer goedmaken
hoort hij tot op zijn koude botten alles aan; loopt geheel verloren
als we maar weer samen gaan
Daar gaat haar maagdelijk zijn.
LikeGeliked door 1 persoon
Thank you for thinking about me. Please come back and send a response. Take care.
LikeGeliked door 1 persoon