duiken als ene kwallebabbel naar de bodems zonder licht
beetje gezwemmer in ’t zonnestralen zonder lulkesverhalen
groen is het water, blauw zijn golfkes, spiergewit is de hoop
papier die hier nu ja voor mij stapelt op honderden bureaus
op een gammele tak met een uil in mijne oerlelijke drooom
roept dat ie tot de hieren zit in het middernachtverzonnetje
dun zijn de draden, dik zijn och de buiken, mooi zijn we weg
naar iemands noord en zuid, de hoogte en de onuitputtelijke
in pin het web eens weer in, uit de buit bocht weer uit me slip
met remsporen proberen we het stinkend gedrocht te volgen
de bodem die de zakt langzaam door ons onvermogen heen
terwijl we nog snelkes hengelen op bevel van je allerlaatste
hoe rood of zijn we binnen, vloeibaar de gevulpende streken
dwars de schooonheid die wij tot laatste snikken beminden
C’est magnifique!
LikeGeliked door 1 persoon