ik die liet alles achter bij me
tilde de grond onder vandaan
wakkers wezen gaapte me
verslagen keekdoor blader ik
droom mij bij zoals ook ik jij
kussenstromen, sterrenplof
denk nog even, stil gebleven
jij wandelde achterlangs bang
verliet het bekend bodemdiep
slaperige stouters waakten mee
op lucht lag me de modderkrot
droom mij bij alsof ik waar zei
warmtegolven, kussenwolven
sta of val dan, geluidloos boos
zij laten kabouters hard werken
met zelfs wel hun leven ervanaf
hutsemutsen in malle toverstraten
slaap je zacht of donder op je zij