zouden dit en dachtjes ja dat
zonder suiker koekig verpakt
mond vol met babbelaarzen
in een badje op de schotels
vermengen eigen genachten
we lopen in honderdjes
en aan de lijn voor veiligheid
risico’s zijn om de af te slaan
ons gevoel stuurt ons weg
bepaalt eindeloos ver richtingen
nadat koppen slootwater
achterover gegooid zijn
met een hoop goede geluk
schotelen onzer antennes
en kop af rekenen ons rijk
voor hoelange het duurt
zeggen bomen in wandelgang
waar ons sloffen nog naroken
heb jij de lepels meegenomen
vraag nog – maar het is al eens laat
Mijn mond is niet groot genoeg voor al die babbellaarzen.
LikeLike
Super gedicht.. Grandioos woordspel. Heel knap geschreven.
LikeLiked by 1 persoon
Van de bedankie.
LikeLiked by 1 persoon