van alles was er wat je op te merken viel
pakte het op en de ruimte vervulde zich
al werelds bollen hielden het mensen vast
ze waren tevreden dikst met hun zwaart
hun ingewijst boosheid sierde de wandjes
het luchtledige bijna viel niet te behappen
volledig uit de droger tuimelden ze rond
de bodem in diepte had hunne ogen nog