vanuit ander kamer weerklonk lieflijk gepingel
ze was zondagse oefeningen aan het herhalen
bij een schamel peertje vlogen de onheilspellers
ze kwamen om het licht af, waar ik niks om gaf
goddank er stonden muren nog, bleef alles tussen
telde ik hare en zijn resten roos naar vermogen
benedenbuurvrouwe bespaart jullie vieze water
tussen kattig kopjes speelt het helderst gerinkel
nu we toch bezig zijn, open ik voor u even ’t luik
de anderen doet u achter u dicht – of alles veilig
is er iets nog duidelijk, nu je de harten vervagen
tante treintje van de kaart is hier niet opgenomen
gaan weken nog iets groeien tot oogkaskrakend
val niet van dak bij een flink open wond die gaapt