neemt elk hand waarin tijd te stilletjes
wijzers de verlaten maan voor strand
vissen gestrompel schuchter op vloedje
zandbanken liggend naakt onschuldig
het beuken van de golven is niet eeuwig
ons goud ligt overal aan kust voor het op
voeten gaan te water, een fles is kapot
champagne, champagne voor tegen boot
niks blijft drijven als we maar vervloeien
je toont het pompen van antieken harten
stopwatchers letten op altijd snelle heiden
wie er nu verdrinkt zal hij het nog redden
los zand probeert een duinpan te kopen
al vloeit het water over van eigen maan
gebied vaste vormen, geen zoutpilatus