was die bewuste zomer zonder op te houden
niets was er nog ja wat nog niet doorweekt
en overal was het toch nieuws besproken alsof
in elke kamer verzameld water in overvloed
liep zacht langs de regen die bij niets opviel
in haar geval kon je wel zeggen, in het geheel
al was ze me doof tot over haar verre lengte
mensen dachten schimmig en spaarzaam nooit
zeg toch niet zoveel over van zomers deze
als je grijs bent van dagen moe en tevoren
niets blijft inderdaad plakken want je wenst
tochtig tuinhuisje liep in haar weg en wonen
hij hield de nacht vast gevangen in een ster
geen wonder dat hem ooit durven naderen
en al waste hij het luid tot in zijn eigen diepte
de wolken lachten grijs zijn gezicht tot tol vol
zomer draaide meesterlijk slecht in zijn bui
alles was op al ’t nieuws al oud geworden
nergens kon eens herhaald vragen om lief
alle gangen gewandeld ongemak door en door
Heel mooi!
LikeGeliked door 1 persoon