eigluk zit we allemaal in ons
het kieken naar omhoog
waar een maan probeert
de echte schijnt op te houden
natuur liegt me nooit af en toe
tusse leeg van creditcards
met besmeurd lakens
als waarheid aan het licht
telkens zie ik ogen, uwen ogen
ze beloven me bergen, bergen
vol met al wat het goud
waar men niet van houdt
aan haar heb ik broertjes
de dood is haar vriend
haar ogen vertellen me
een heul anders verhaal
durf ik niet slaap te vatten
dan getover ik haar blikje
het zijn niet kleuren van pupil
maar dat ze me houden van
zorgvuldig ja hangt ze
de langst gekamde manen
voor haar om te slapen
zodat wij niet beginnen rennen
en weg van hieren besogne
zagen we de flarderkes bestaan
die onze drooms niet vermoeden
was ’t slechts toekomstmuziek
De dood is haar vriend.
Daar zeg je me wat.
LikeGeliked door 1 persoon